Het is een grote ergernis van menig ouder; kinderen die liegen. Een leugen kan het bloed
onder je nagels vandaag halen en dat terwijl het voor jonge kinderen heel normaal is om
af en toe te liegen. Maar normaal of niet, een kind liegt nooit zomaar. Liegen heeft te
maken met de fase waarin je kind zit, of met een bepaalde angst. Er zit bijvoorbeeld de
angst voor straf of afkeuring achter.
Liegen onder de zeven jaar
Tot ongeveer een jaar of zeven liegen kinderen vooral onbewust en niet moedwillig. Om
bewust te kunnen liegen is het namelijk noodzakelijk dat je je kan inleven in de ander. Je
moet kunnen bedenken wat de ander wel en niet weet en daarop moet je een variant
bedenken: de leugen. Jonge kinderen zijn nog niet in staat te begrijpen dat liegen niet mag,
omdat hun cognitieve ontwikkeling nog ontoereikend is. Hun fantasie rijkt echter
mijlenver en gaat met ze op de loop. Het jonge kind kan helemaal opgaan in een bepaalde
fantasie.
Toch weet ook een kleuter wel dat het straf kan krijgen wanneer het bijvoorbeeld iets
gedaan heeft wat niet mag. Ze begrijpen wel al dat als je iets stouts gedaan hebt, een ouder
boos wordt en misschien straf geeft. Het kind kan daarom iets wat het wel gedaan heeft,
niet toegeven. Desalniettemin liegen kinderen toch.
Hier zijn de top 3 redenen waarom kinderen liegen
- Om niet te hoeven doen wat ze niet willen doen. (“Ik kan mijn borstel niet vinden.”)
- Om uit de problemen te komen of geen straf te krijgen. (“Nee, ik heb hem niet
geschopt.”) - Om lof en kracht te voelen. (“Ik heb het allemaal zelf gedaan. Niemand heeft me
geholpen!”)
Herkenbaar, toch?
We hebben allemaal wel eens geen zin om iets te doen. We houden allemaal niet van het
gevoel in de problemen te komen. We willen allemaal gewaardeerd worden en af en toe
een complimentje krijgen.
Wanneer je merkt dat je kind liegt is het daarom zaak te achterhalen wáárom. Zodra we
onze aandacht verschuiven van de leugen naar de onderliggende emotie, kunnen we het
gedrag van ons kind positief ombuigen.
En dat doe je zo
- Word niet boos en toon begrip.
- Benoem wat je ziet of wat er gebeurt.
- Erken de wens of behoefte van je kind.
- Zeg wat je verwacht of stel een grens.
“Ik weet dat je het niet leuk vind om je haren te kammen. Zou het kunnen dat je daarom je
borstel hebt verstopt? Het is oké als je iets niet wilt doen, we kunnen samen zoeken naar
een oplossing of een manier om het fijner te maken. Door mij te vertellen wat je wel en niet
wilt kan ik je helpen.”
of
“Ik heb gezien dat jij je broertje geschopt hebt. Wanneer we boos zijn op iemand kunnen
we dat diegene vertellen, zonder te schoppen. Zullen we aan je broer vertellen wat jou zo
boos maakte?”
of
“Ik denk dat je me vertelt dat je het allemaal alleen hebt gedaan, omdat je echt wilt dat ik jou een complimentje geef. “
Belangrijk om NIET te vergeten
- Neem de leugen van je kind niet persoonlijk. Het is niet op jou als ouder gericht.
- Wanneer je de onderliggende emotie in kaart hebt, probeer hier dan ook iets mee te doen.
Is je kind bang om straf te krijgen? Kijk dan ook eens naar andere manieren om je kind te
leren dat bepaald gedrag niet fijn is. - Wanneer je het lastig vindt om niet boos te worden, bedenk je dan dat je met deze aanpak
de communicatie tussen jou en je kind naar een hoger level tilt. Daarbij leert het kind zijn
eigen emoties kennen en uiten op een manier die begrijpelijk en fijn is voor zijn omgeving.
Hier heeft hij de rest van zijn leven profijt van!
Wat gebeurt er in deze scenario’s?
– Je neemt de leugen van je kind niet persoonlijk.
– Er is geen schaamte of oordeel.
– Je vernauwt je tot de onderliggende emotie en pakt die direct aan.
– Je bevordert het vermogen van je kind om te communiceren hoe ze zich
duidelijk en effectief voelen.
– Je BENT kalm en authentiek en hebt de leiding.